'We hebben ingeteerd tijdens de crisis, er is geen buffer meer'

ERMELO/ REGIO - Het water staat sommige winkeliers in Ermelo tot aan de lippen. Winkels moeten om financiële redenen sluiten. Lokaal, maar ook landelijk staat de detailhandel op een belangrijk kruispunt. Doorgaan op dezelfde weg zal de economische, maar ook de maatschappelijke rol van deze sector in gevaar brengen. ‘Zowel op individueel als gezamenlijk niveau is daarom actie nodig om de sector versneld te herstructureren en groeimogelijkheden te realiseren,’ dat concludeert adviesbureau McKinsey & Company in een onderzoek.

Als er niets verandert, verdwijnen er duizenden banen en wordt een heel groot deel van de winkelruimte overbodig. De nood is hoog, ook in Ermelo. Naast de leegstand van panden is er veel stille armoede onder winkeliers. Onderzoek wijst uit dat een aantal zelfstandige winkeliers in Ermelo niet kunnen leven van de opbrengsten van hun zaak. Hoewel de recessie achter de rug is en winkeliers blij zijn dat ze het ‘overleefd’ hebben, zijn hun eigen salarissen soms beneden bijstandsniveau. Zeker als je dat afzet tegen het aantal uren dat een zelfstandig ondernemer aan het werk is. Econoom Cor Molenaar concludeerde dan ook dat je je moet afvragen of middenstander nog wel een volledige baan kan zijn. Maar het ligt gecompliceerd. Temeer omdat ‘de winkelier’ trots is en niet laat zien hoe zwaar het leven is. ,,Nee, dat doe je niet. Je moet blijven lachen,” vertelt een winkelier die anoniem wil blijven. ,,Het probleem is dat we tijdens de crisis ingeteerd hebben op onze reserves en nu geen buffer meer hebben. Maar daardoor ook niet kunnen investeren in onze zaak of in een nieuwe collectie.”

Prijzen staan onder druk

Mensen vergelijken steeds vaker prijzen op internet. Winkeliers worden daar regelmatig mee geconfronteerd. ,,Klanten komen de winkel binnen en vragen uitleg en advies over een apparaat. Daar neem je de tijd voor en demonstreert hoe het werkt. En uiteindelijk wil de klant het product kopen, maar dan tegen een lagere prijs omdat dit op internet ook voor dat geld wordt aangeboden. Maar ze vergeten dat de tijd die ik net geïnvesteerd heb ook geld kost en dat een webwinkel niet de service verleent.” Deze winkelier houdt vast aan zijn prijs en ziet de klant zonder aankoop vertrekken. ,,Ze vergeten dat ik ook mijn winkel en personeel moet bekostigen. Die paar tientjes op zo’n aankoop is voor hen doorslaggevend.” De afgelopen vijf jaar is de winst­gevendheid van winkels met meer dan 75 procent teruggelopen, stelt econoom Cor Molenaar. ,,Het koopgedrag van consumenten is in korte tijd enorm veranderd. Mensen gaan steeds vaker prijzen vergelijken en vervolgens op zoek naar de goedkoopste aanbieder. En de komende jaren wordt dat alleen maar erger. Ik voorspel dat in de non-foodsector de prijzen de komende vijf jaar met een kwart zullen dalen. Misschien moeten we af van het idee dat een winkel een fulltime bezigheid is. Waarom zou je op maandagen, dinsdagen en woensdagen openblijven als je die dagen toch maar een fractie van je omzet haalt? Soms is het veel voordeliger om alleen 's middags en in het weekeinde open te gaan. Dan kun je er ook nog een andere baan naast hebben. Ik denk dat we steeds meer die kant zullen opgaan.”

Vitaal

De afgelopen jaren is er in Ermelo veel geld geïnvesteerd in de herinrichting van het centrum en niet zonder resultaat. Maar dat alleen is niet genoeg. Ermeloërs moeten meer naar het dorp getrokken worden en men moet meer aankopen doen bij lokale ondernemers. Alleen dan houdt Ermelo een vitaal centrum. ,,Ik krijg genoeg klanten,” vertelt een ondernemer die drie jaar geleden zijn zaak opende. ,,Maar het bestedingsbedrag van de mensen is veel te laag.” Toch hoort hij nog dagelijks dat mensen zo blij zijn dat Ermelo dit soort speciaalzaken heeft. Een inmiddels geaccepteerd fenomeen is de verkoop van branchevreemde producten; een kledingzaak die ook make-up verkoopt of een drogist die ook koffers in de aanbieding heeft. Dit raakt de specialist die vasthoudt aan zijn product, maar het kan ook het beeld vertroebelen dat een klant van een zaak heeft. Vaak gebeurt het ook niet uit weelde. Cor Molenaar stelt het scherp: ,,Winkeliers die het moeilijk hebben, keren zichzelf soms geen of te weinig salaris uit en als het winkelpand hun eigendom is, worden die kosten vaak ook niet doorberekend. Maar volgens de normale bedrijfseconomische normen draait meer dan de helft van de winkels momenteel met verlies.”

Samenwerken

Veel winkeliers zitten in de finaciële problemen. En waar een winkel verdwijnt, heeft dat effect op de naastgelegen ondernemer. Immers leegstand veroorzaakt een slechte uitstraling en trekt minder passanten, potentiële klanten. Daarnaast is de huidige klant veel minder loyaal dan vroeger. Hoewel sommige winkeliers in staat zijn zich aan te passen aan de nieuwe ‘wereld’, verslechtert de situatie in de totale detailhandel als er niet tijdig wordt ingegrepen. Dit vereist actie van de individuele retailers, maar ook van de sector als geheel. Het rapport van McKinsey zegt dat veel spelers door de hele keten heen moeten samenwerken om de steeds hogere verwachtingen van de klant waar te maken en winstgevend te zijn. ‘Dit vereist flinke aanpassingen in het organisatiemodel en de talentopbouw.’ Om herstructurering mogelijk te maken zou, volgens McKinsey, de overheid samen moeten werken met de sector om structurele barrières – zoals inflexibele bestemmingsplannen, ongewenste prikkels in de vastgoedsector en inflexibiliteit in de arbeidsmarkt – weg te nemen. Ook moeten de individuele winkeliers versneld hun winkelportfolio en personeelsbestand aanpassen aan de veranderende marktomstandigheden.
Ten slotte zullen in samenwerking met winkeliers ook andere partijen aan de slag moeten. Vastgoedeigenaren en winkeliers moeten samenwerken om meer variatie en beleving te creëren in de resterende winkelgebieden. ,,Maar alles valt of staat ook bij ons publiek die graag een leefbaar centrum heeft. De consument doet er goed aan om meer lokaal te shoppen,” aldus de lokale ondernemer die graag een inkijken gaf in de problematiek, maar om privacyredenen zijn naam niet gepubliceerd wil hebben. ,,Het zijn dingen waar je niet graag mee te koop loopt!”