Paardenkracht in het Ermelose bos

Sporen verdwijnen snel

ERMELO - Vorige week werd letterlijk met paardenkracht werk verzet in de Ermelose bossen. Gekapte bomen werden door twee grote trekpaarden uit het bos gesleept waarna de koper van het hout de stammen op zijn wagen kon laden.

,,Het is een kwetsbaar stukje bos,” legt bosbeheerder Henk Jan Zwart uit. ,,We hebben wel een pad waar een tractor door zou kunnen, maar daar ontstaat nu bijzondere vegetatie. Dat willen we niet verstoren.” Het uitslepen van bomen in percelen die uitgedund moeten worden, gebeurt normaal gesproken machinaal. De afgelopen vijftig jaar is het paard als werkdier uit het bos verdwenen. De trekkracht van de dieren werd langzaam vervangen door tractoren. Toch komen bosbeheerders er langzaam op terug. Onderzoeken wijzen namelijk uit dat het uitslepen met paarden in nagenoeg alle gevallen leidt tot minder schade aan de bodem.

Wendbaarheid

In het bos liggen meterslange boomstammen met een gewicht van zo’n 200 kilo. Voor de merrie is dit een eenvoudig klusje. Ze weet wat er wordt verwacht en doet voorzichtig een paar stapjes terug zodat de ketting aan de stam worden gehaakt. Eigenaar Ron Le Poole geniet van het werk met deze dieren. Voor hem is het overigens wel een fysieke inspanning. Hij ment het paard tussen de bomen door. Een korte ‘prrrrrr’ maakt dat het dier tot stilstand komt. Dankzij de grote wendbaarheid van de dieren kan een paard werken op plaatsen waar het mechanische geschut niet kan komen zonder aanzienlijke schade aan bodem of opstanden te veroorzaken. De sporen van houtoogstmachines blijven nog decennia lang zichtbaar, terwijl sporen van een paard al na paar dagen niet meer te zien zijn.