Traptreden uit de Gouden Eeuw

ERMELO - Het is niet de eerste keer dat er een middeleeuwse pottenbakkersoven in Ermelo is opgegraven. De 'bijvangst' van een 17e eeuwse stenen kelder is in deze omgeving wel uniek. Vandaag hebben twee archeologen van het bureau Raap alles in het werk gesteld om de muur uit de Gouden Eeuw bloot te leggen.

Gisteren vonden de mannen al muntjes die wezen naar de 17e eeuw. Vandaag bleken er een muur en traptreden verscholen te liggen onder een diepe laag aarde. ,,Wat we open kunnen leggen, moet nu gebeuren," vertelt Peter van der Kemp, beleidsmedewerker van de gemeente Ermelo. Zijn hart ging vanmorgen sneller kloppen toen bleek dat het een opgraving was uit de Gouden Eeuw. ,,Het is een periode waarvan we bar weinig weten en niks hebben," aldus Van der Kemp. Hij gaat zaterdag met leden van de archeologiewerkgroep aan de slag om de afvalputten van de pottenbakkersoven leeg te halen. ,,We hebben enigszins tijdsdruk want dinsdag gaat het riool erin en bewaren we deze historie weer onder de grond."

De archeologen zijn onder de indruk van de vondsten. ,,Het formaat van deze kelder is groot," vertelt Martin Schabbink van bureau Raap. ,,Ik heb in Winterswijk meer kelders uit deze periode gevonden, maar dan hebben we het over één bij twee meter. Hier gaat het om een kelder van vijf meter lang en ik schat ook zo'n vier meter breed." Volgens de archeoloog is de verstening van dit gebied veel later op gang gekomen. ,,Men bouwde hier meestal huizen van hout." Samen met zijn collega probeert hij zoveel mogelijk informatie te vergaren. Nader onderzoek van de vondsten moet uitwijzen wat de exacte tijd is waarover we hier praten, maar alles wijst naar de Gouden Eeuw.
Ook de pottenbakkersoven waarvan de stookgang goed zichtbaar is, geeft veel informatie. In de oven zijn scherven van grijsbakkend aardewerk aangetroffen. ,,Dit aardewerk hebben we ook in Harderwijk en Elburg gevonden, maar niet de oven," vertelt Maarten van Wispelwey, regio-archeoloog. Ook de hoeveelheid ovens in Ermelo wijst op dorpsindustrie. De eerste oven is in 2010 gevonden op het voormalige VAD-terrein. Nu hebben de archeologen opnieuw 'beet'. Ze zijn blij met de afvalkuilen die kilo's scherven op gaan leveren. ,,Het zijn natuurlijk misbaksels," weet Van der Kemp. ,,Maar de grote hoeveelheid gaat ons enorm veel informatie geven." Hij laat verschillende kleuren scherven zien. De blauwe kleur wijst op een heter bakproces waardoor de kan minder poreus werd. ,,Die kon men dan gebruiken voor bijvoorbeeld drank, terwijl de andere potten bruikbaar waren als voorraadpot. Door het onderzoeken van het scherfmateriaal kan je het ook neerzetten in de juiste periode." In een later stadium maken de onderzoekers ook gebruik van een zogenaamde C14-datering, een methode van radiometrische datering waarmee de ouderdom van organisch materiaal kan worden vastgesteld.
Terwijl één van de archeologen een handgemaakte spijker codeert met een vondstnummer, buigt Van der Kemp zich over scherven met glazuurspetters. ,,Mogelijk hebben we het hier over een overgang naar een volgende periode," aldus Van der Kemp. Het wijst op het experimenteren en ontwikkelen en dus ook de kunde van de pottenbakkers en de industrie die men hier dus had." Iedere vondst roept extra vragen op. De vorm van de stenen en de wijze van het neerleggen zijn aanwijzingen. ,,Bijzonder!" zegt Martin Schabbink die ook de opgraving onder de markt in Harderwijk heeft gedaan.
Een groot gedeelte van de middeleeuwse pottenbakkersoven is met de bouw aan de Branderskamp al verdwenen. De steekproeven die er destijds zijn gedaan, gaven geen aanleiding tot uitgebreid archeologisch onderzoek. Omdat er verkleuringen in de bouwwand te zien waren, heeft men alsnog de historische vondst kunnen vastleggen. Om de bouw niet verder te vertragen is het onderzoek in enkele dagen gerealiseerd en zal de pottenbakkersgeschiedenis van Ermelo volgende week weer onder de grond verdwijnen.