Afdrukken

Buddingh wil recht doen aan waarheid

ERMELO – Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat Ermelo haar eerste stappen in de zorg zette. In 1864 werd het Huis van Barmhartigheid geopend. Het huis werd gesticht door dominee H.W. Witteveen. Het was een gebouw met twee verdiepingen, grote droogzolders en ruime kelders. Oud-onderwijzer Luuk Buddingh heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de bewoners van dit huis.

Dit is gebundeld in een boek dat maandag 18 november wordt gepubliceerd. ,,Met dit boek wil ik een aantal misvattingen uit de wereld helpen," vertelt Buddingh. Het 150-jarig jubileum van de Zendingskerk was het moment dat de auteur in aanraking kwam met de historie van het huis voor hulpbehoevenden. Zijn nieuwsgierigheid was gewekt, vooral naar mevrouw Adriana van Halteren. ,,Zij redde dominee Witteveen met haar geld en haar persoonlijke inzet. Maar over haar is nauwelijks wat geschreven. En áls er al over is gepubliceerd is dat negatief. Ik vond dat haar onrecht is aangedaan," aldus de schrijver. Buddingh pluisde alle zendingsbladen uit en bracht dagen door achter de computer op zoek naar de feiten. ,,Zo vond ik de volkstellingen van 1889 tot 1899 waaruit blijkt dat het aantal bewoners van het Huis van Barmhartigheid enorm gegroeid was." Van Halteren had in die tijd de leiding, hoewel Witteveen haar 'slechts' de titel huismoeder had gegeven. ,,Ik heb deze vrouw leren kennen als een zorgzaam type die alles over had voor de armen." De zoektocht naar bewoners bracht hem in contact met de 97-jarige mevrouw Aartsen-Brandsen. Deze vrouw woonde als baby in deze zorginstelling. ,,Haar vader Hendrik kwam vlak na zijn geboorte bij mevrouw Van Halteren omdat zijn moeder in het kraambed overleed. Haar moeder Marie werd een persoonlijk pleegkind van de huismoeder."

Iedereen aan één tafel

Veel mensen kennen het Huis van Barmhartigheid als trouwlocatie, het vroegere gemeentehuis van Ermelo. Over de periode als zorginstelling is veel minder bekend. ,,Wat bijzonder was, is dat iedereen er aan één tafel plaats nam, ongeacht rang of geld. Zo verbleef er de graaf van Limburg Stirum, jonkheer Graafland, maar ook een overspannen burgemeester en een aantal daklozen." Buddingh wil in zijn boek ook een lijn leggen met psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk waarvoor in 1884 de basis werd gelegd. ,,Mevrouw Chevallier sr. heeft destijds 't Weitje gekocht voor ds. Witteveen," vertelt de schrijver. ,,Witteveen verwees hierbij naar de Hernhutters en de symboliek: een viersprong met in het midden een open ruimte, een plek voor een tabernakel Gods." In de dagboeken van Witteveen heeft Buddingh gelezen dat de dominee mevrouw Chevallier meenam naar zijn kerk en haar zegende als directeur. Overigens is er, op een aantal dagboeken na, weinig administratie bewaard gebleven. Budding denkt dat met name de familie Mooij belang had bij verdraaiing van de feiten. Mevrouw van Halteren, die uiteindelijk de erfenissen van dominee Witteveen beheerde, stelde ds. Mooij eind 1892 aan als directeur van het Huis van Barmhartigheid. Maar al spoedig kwam het tot een bitter conflict tussen beide. De huismoeder vond dat Mooij te veel naar de zendingsgemeente keek en daarmee naar het overzeese werk, en te weinig naar de noden dichtbij. ,,Mooij heeft haar afgeschilderd als een harteloos mens. Ik heb haar anders leren kennen. Ze was een ongetrouwde vrouw uit een gegoede familie die haar haar leven hier zín heeft gegeven," aldus de auteur.
Het Huis van Barmhartigheid is in februari 1941 aangekocht als hulpsecretarie. Na de verzelfstandiging in 1972 werd het een gemeentehuis. Brand verwoestte het gebouw in 1977 en een jaar later is het geheel gesloopt. De boekpresentatie van 'Het Huis van Barmhartigheid' vindt plaats tijdens een ledenbijeenkomst van de Oudheidkundige Vereniging Ermeloo op maandag 18 november om 19.30 uur in de Immanuëlkerk, Stationsstraat 137, Ermelo.