Afdrukken

Vogels tellen voor onderzoek

ERMELO – Eind januari wordt weer de Nationale Tuinvogeltelling georganiseerd. Dit jaar voor de negentiende keer. Dankzij de Tuinvogeltelling weet men hoe vogels in de winter de tuinen gebruiken. Met die informatie kan men vogels beter helpen en beschermen. Mee doen is leuk en nuttig! 

Vogels tellen kan op vrijdag 25, zaterdag 26 of zondag 27 januari. Moeilijk is het niet, een half uur de vogels in de tuin of balkon tellen en doorgeven op de site van de Nationale Tuinvogeltelling. Noteer alle waarnemingen van een soort in de tuin of op het balkon, maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op. Geef vervolgens alleen het hoogste aantal door van een soort die gesignaleerd wordt. Dus: zie je in het tel-halfuur drie koolmezen tegelijk en even later vijf koolmezen? Dan geef je alleen die vijf koolmezen door. De telling wordt georganiseerd door Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Merel

Vorig jaar bleek de huismus op nummer één te staan, de koolmees bezette de tweede plaats en de pimpelmees stond op drie. De huismus en koolmees staan al vanaf het begin van de Tuinvogeltelling onveranderd op nummer één en twee. De huismus komt in 46% van de tuinen voor, de koolmees echter in 80%! De merel werd tot 2017 in de meeste tuinen waargenomen, echter vanaf vorig jaar niet meer. Toen kelderde de merel voor het eerst sinds de start van de Tuinvogeltelling uit de top-3 en kwam hij op nummer vijf terecht. Deze vogel kwam vorig jaar nog in 69% van de tuinen voor. De roodborst ziet men overigens in 61% van de tuinen, meestal in z’n eentje.