'Bij Buurtzorg ging mijn hart weer open'

ERMELO - De thuiszorg staat onder druk. Er is steeds minder geld terwijl de zorg toeneemt door onder andere de vergrijzing. Toch is er op 31 januari een feestje: Buurtzorg Ermelo viert haar eerste lustrum. Vorig jaar vierde de landelijke thuiszorgorganisatie Buurtzorg haar tienjarig bestaan.

‘Buurtzorg is een thuiszorgorganisatie die met kleine teams, bestaande uit (wijk)verpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden, zorg levert aan huis. Het gaat hierbij om verpleging en persoonlijke verzorging. Onze medewerkers kijken samen met u wat er aan zorg nodig is en zoeken samen met u en uw omgeving naar oplossingen,’ meldt de website van Buurtzorg Nederland. De thuiszorgorganisatie Buurtzorg begon in 2006 met drie cliënten, maar ondertussen zijn dat er ruim vijfentwintigduizend. De organisatie draait met dertienduizend medewerkers in bijna negenhonderd teams door het hele land. Ook Ermelo heeft een eigen Buurtzorg: wijkverpleegkundigen Corrie van Baardewijk, Carolien Dogterom en Fokeline Jousma zijn de initiatiefnemers van het Ermelose team. Momenteel heeft Buurtzorg Ermelo twee teams: noord en zuid. In een team werken maximaal twaalf verpleegkundigen en ziekenverzorgenden waardoor de cliënt met weinig verschillende personen te maken krijgt. Buurtzorg biedt zorg aan, het gaat daarbij onder andere om verpleging, persoonlijke verzorging, terminale zorg, wondzorg, maar ook om casemanagement bij dementie. De medewerkers kijken vooral sámen met de cliënten wat er aan zorg nodig is en zoeken samen met de cliënt en zijn of haar omgeving naar oplossingen.

Zelfsturend

Verpleegkundige Fokeline Jousma – Dekker (49) is al 17 jaar werkzaam als thuiszorgmedewerker. ,,Ik deed het met plezier, maar werd wel steeds zwaarder. We kregen steeds minder tijd om ons werk te doen. Echter, bij Buurtzorg ging mijn hart weer open! Geen management, maar zelf( met je team) de lijnen uitzetten, zelfsturend dus. Uiteraard wel volgens landelijke protocollen. Daarnaast werken we in kleinere teams en maken we geen gebruik van oproepkrachten. Daarom is er dus altijd een bekende bij de cliënt.’’ Door de korte lijnen is er nu ook een beter contact met de huisartsen en heeft de thuiszorgmedewerker weer een naam. Jousma raakt niet uit als ze de voordelen van deze organisatie noemt. ,,Zelf je collega's aannemen. En dan vanaf niveau 3 dus goed geschoold. Alles weer mogen doen van A tot Z bij de cliënt, van steunkous tot specialistische zorg, tot de laatste zorg, naar begrafenis en nazorg: eigenlijk de wijkverpleegkundige van vroeger.’’ Marije van de Pol (25) is eveneens verpleegkundige en zij beaamt wat haar collega zegt. ,,Buurtzorg is zo bijzonder omdat het een kleinschalig en zelfsturend team is. De cliënten geven aan het prettig te vinden dat ze vaak dezelfde gezichten zien. Bovendien als er cliënten op vakantie gaan, kunnen we contact opnemen met een buurtzorg in de buurt van de vakantiebestemming zodat zij zorg kunnen blijven krijgen van buurtzorg.’’ De diversiteit van het werk ten aanzien van de mensen en soort zorg wordt door de meeste verpleegkundigen genoemd. ,,Zelfstandig werken, netwerken, zelfredzaamheid en zelfstandigheid laten behouden met hulp van bijvoorbeeld mantelzorgers en of vrijwilligers, contacten met verschillende disciplines zoals huisarts, ziekenhuis, logopediste, fysio, ergo en diëtiste,’’ somt Hannie Olthuis (56)op als gevraagd wordt naar wat er zo bijzonder is aan de organisatie.

Niet meer mopperen

Het is weer leuk om in de wijkverpleging te werken geven de drie verpleegkundigen aan. Zij kennen ook de andere kant van het werk, maar willen niet meer terug. Olthuis: ,,Ik ben 23 jaar wijkverpleegkundige en ik kan alleen maar positieve dingen benoemen over Buurtzorg. Het is toch geweldig dat alle medewerkerniveaus ook alle werkzaamheden doen. De verpleegkundige doet een steunkous, maar blijft ook in beeld als er sprake is van terminale zorg. Zo ook met een ziekenverzorgende; zij doen ook de complexe zorg. Met elkaar geef je zorg, en ziet de patiënt niet elke keer een nieuwe medewerker aan het bed.’’ Door deze manier van werken neemt bij de medewerkers de werkdruk af. ,,Ik werk sinds het ontstaan van Buurtzorg in Ermelo bij deze organisatie en vanaf dat moment zeggen mijn kinderen dat ik nooit meer mopper op mijn werk of de organisatie. Dat klopt ook want als je iets niet bevalt, kun je er gelijk iets aan doen!’’ vertelt Jousma. ,,Mijn werk is m’n hobby!.’’ Een lang contact met dezelfde cliënten, dat vindt Van de Pol het leukste van het werk. ,,Jij kent hen en zij kennen jou, waardoor er een band ontstaat en cliënten jou vertrouwen.’’ Ok, één anekdote dan. Olthuis: ,, Een mevrouw van 95 woonde alleen met 2 grote honden en muizen in huis. Ik kwam voor het eerst bij haar, maakte even een praatje maar schrok me rot van de muizen die zo voorbij kwamen. Ik meteen mijn benen omhoog, zegt mevrouw: ‘Je hoeft niet bang te zijn, hoor. Ze doen niets.’