Roep om financële middelen

ERMELO/REGIO – Afgelopen vrijdag heeft de gemeente Ermelo, samen met de meeste andere gemeenten, aangegeven voorlopig niet meer mee te werken aan het Integraal Zorgakkoord (IZA). De reden voor deze beslissing is dat de gemeente te weinig geld van het rijk ontvangt om de doelstellingen waar te maken. Wethouder Sarath Hamstra: ,,We zijn als college blij dat we deze lijn trekken."

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ondersteunt de doelstellingen van het IZA, maar benadrukt dat deze niet haalbaar zijn zonder voldoende financiële middelen. ,,We stellen de regering de vraag: 'Hoe ziet u ons nou? Zijn we gelijkwaardige partners of een uitvoeringsorganisatie?'" aldus Hamstra, die de verantwoordelijkheid voor het sociaal domein in Ermelo draagt.

Preventie

Het IZA bevat afspraken tussen zorgpartijen en gemeenten die moeten bijdragen aan de beweging van zorg naar gezondheid, met als doel inwoners zoveel mogelijk kansen te bieden op een gezond leven. ,,Daar staan we natuurlijk helemaal achter. We willen naar meer preventie aan de voorkant," zegt Hamstra. ,,Maar daar horen wel de benodigde financiële middelen bij." Onder de huidige omstandigheden kunnen gemeenten deze transformatie niet realiseren. Door de keuzes die zijn gemaakt in het regeerakkoord en de rijksbegroting, voelen gemeenten zich onvoldoende ondersteund om de beweging van zorg naar gezondheid effectief vorm te geven. Hamstra kan op dit moment nog niet zeggen wat de gevolgen zullen zijn van de terugtrekking van de VNG uit het IZA. ,,Wellicht komt het tot een arbitragezaak, net als twee jaar geleden op Jeugdzorg," zegt de wethouder. In dat geval moest het rijk 1,56 miljard euro extra betalen aan gemeenten om uitvoering te geven aan het beleid.

Conflict

Hoewel Hamstra hoopt dat het niet zo ver komt, sluit hij niet uit dat de arbitragecommissie het conflict tussen gemeenten en het rijk moet oplossen. Toch moeten de gevolgen van het vertrek van de VNG ook niet worden overschat. Ondanks dat de VNG zich terugtrekt uit het IZA, blijft de inhoudelijke koers hetzelfde: zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en het rijk blijven gezamenlijk streven naar de transformatie van de zorg. Wat wel verandert, is dat gemeenten hun gezamenlijke regisserende rol tijdelijk laten vallen, wat de beoogde veranderingen wellicht bemoeilijkt.