Veel beukennootjes en eikels ondanks droogte

Voldoende voedsel voor wild

ERMELO – Ondanks dat er in de zomer nog werd gemeld dat er door de grote droogte onvoldoende voedsel voor het wild zou zijn, heeft de regenachtige weken er voor gezorgd dat het toch nog goed kwam. Dat meldt de website naturetoday.nl. Er is nu voor de wilde zwijnen tot in het voorjaar voldoende voedsel te vinden.

De regen in augustus zorgde ervoor dat 2018 de boeken in gaat als een goed mastjaar voor inlandse eik en beuk. Er hangt op de Veluwe naar schatting 6,4 miljoen kilo eikels en beukennootjes aan de bomen. De eikels waren door de extreme warmte al zeer vroeg rijp. In het voorjaar, dus voor de droogte, leek het er ook op dat 2018 een goed mastjaar zou worden. De zeer droge maanden dreigden echter roet in het eten te gooien doordat de bossen verdroogden. Hierdoor waren er weinig bosbessen en allerlei planten te vinden. De regen in augustus en september kwam echter net op tijd waardoor de mastverwachtingen flink naar boven konden worden bijgesteld. Het gaat nu zelfs zo goed dat er zelfs gesproken kan worden van een volmast. Berekeningen geven aan dat op de Veluwe de inlandse eik alsnog zo’n 4,7 miljoen kilo eikels geproduceerd heeft en de beuk naar schatting 1,6 miljoen kilo beukennootjes. De Amerikaanse eik heeft echter wel een slecht jaar vanwege de late nachtvorst in het voorjaar van 2017.

Wilde zwijnen

De eikels zijn dit jaar vroeg. De eerste vruchten van de eikenboom vielen al half augustus van de bomen. Dat is extreem vroeg en waarschijnlijk kwam dit door de hoge temperaturen vanaf april. Ook nu, met de herfststromen, vallen de vruchten op grote schaal van de bomen. Opvallend is dat er op sommige plekken de eikels extreem groot zijn; sommigen zo’n 10 gram per stuk!. Wilde zwijnen hebben daardoor aan 200-300 stuks voldoende om dagelijks zijn maag kan vullen. Door het grote aanbod aan groene eikels krijgen de zwijnen echter wel te veel looizuur binnen. Het zuur kunnen ze compenseren door dierlijke eiwitten te eten. De laatste weken is dan ook te zien dat het wroeten in grasmatten sterk toeneemt. Door de langdurige droogte was het gras verdroogd en verdwenen de bodemdiertjes naar dieper de grond in. Door de regen groeit het gras weer en zijn de regenwormen en de andere bodemdiertjes weer bereikbaar. Een noodzakelijke lekkernij voor de zwijnen.

• Vorige
• Volgende