Oorlogsherinneringen om te delen

ERMELO - Vrijdagmiddag, aan de vooravond van Dodenherdenking, werden er oorlogsherinneringen opgehaald in museum Het Pakhuis. Pieter Trap, initiatiefnemer achter de Stichting Behoud Oorlogsherinneringen (STIBO), ging met mensen in gesprek en bracht thema’s uit oorlogstijd en bevrijding aan de orde.

Wouter van Nijhuis (1935) deelde enkele jeugdherinneringen. Hij was acht jaar toen het gezin geëvacueerd werd omdat de boerderij waar hij opgroeide slechts vijftig meter van een Duits kamp lag. ,,Ik herinner me nog die houten barakken waar honderden Duitsers zaten.” Het werd er te gevaarlijk en ze vertrokken naar familie aan de Buitenbrinkweg, naar boerderij De Berkenbomen. ,,Mijn vader kwam uit Putten. Heel veel kameraden zijn bij de razzia om het leven gekomen,” zo vertelt hij. Ook vergeet Wouter van Nijhuis nooit meer het moment dat zijn vader tegen hem zei dat de oorlog was begonnen. Het kamp waar de familie van Nijhuis geruime tijd op uitkeek, werd uiteindelijk opgeblazen.

Hongertochten

Een andere bezoeker vertelde vrijdag over de hongertochten die hij als kind maakte. ,,We kwamen lopend vanuit Den Haag, naar Utrecht en door Ermelo naar Harderwijk. Daar kregen we een kop soep bij de Californiafabriek.” Iedere avond zochten ze een onderkomen. ,,Als kind wist je heel veel niet. Pas na de oorlog kwam de informatie en begreep je meer van wat er was gebeurd.” Ook oud-wethouder Evert van de Beek was aanwezig. Hij vertelde over de bevrijding. ,,Ik weet nog dat de overste van de Canadesen bij ons kwam en meldde dat dit een van de gevaarlijkste momenten van de oorlog was. Bomen werden werkelijk doorzeefd met kogels en knapten uiteindelijk om.”

Kamp Vught

In de vitrine van het museum liggen brieven uit Kamp Vught. Het beeld wat daaruit ontstaat is een zekere optimisme. ,,Mensen wilden vooral positief blijven om de moed erin te houden en het thuisfront niet ongerust te maken,” vertelt Pieter Trap. Hij heeft ook een wrakstukje van een vliegtuig meegebracht. Daar weet Theo Schaefers veel over te vertellen. Hij schreef een boekje over gecrashte oorlogsvliegtuigen. Want, hoewel hij zelf de oorlog niet heeft meegemaakt, vindt hij het belangrijk verhalen te delen om zo ook te begrijpen dat de vrijheid die we kennen, niet vanzelfsprekend is. Schaefers ontdekt meer dan vijfentwintig vliegtuigcrashes in de regio. Eén verhaal, dat van de neergeschoten Lancaster bij Teuge fascineerde hem het meest. Wat veel mensen nog is bijgebleven is het moment van de bevrijding, de Canadesen die chocola en sigaretten uitdeelden en het witbrood dat gedropt werd. ,,Er kwam brood uit de hemel!"