Inburgeringswet op de schop

ERMELO/ REGIO - Het inburgeringsbeleid gaat drastisch op de schop. Het doel is dat nieuwkomers meteen aan het werk gaan en ondertussen de taal leren. Gemeenten gaan voor alle inburgeraars een individueel inburgeringsplan maken. Ook wordt het leenstelsel afgeschaft waarmee nieuwkomers nu nog hun inburgeringscursus inkopen. Dat schreef minister Koolmees vorige week in een brief aan de Tweede Kamer.

In Ermelo worden jaarlijks zo’n 35 statushouders (inclusief kinderen) gehuisvest. Terugkijkend naar de afgelopen vier jaar gaat het om 150 mensen. De gemeente Ermelo onderschrijft de visie van de minister, omdat het daardoor mogelijk wordt dat statushouders snel de taal leren en ook aan de slag gaan. ,,Dit is een kernpunt van de visie van het college,” meldt wethouder Hans de Haan. ,,De gemeente Ermelo is hier al mee bezig,”

Evaluatie

De inburgeringswet is vijf jaar geleden aangepast. Vanaf dat moment was niet meer de gemeente, maar de inburgeraar zelf verantwoordelijk om een inburgeringscursus te zoeken, en op tijd in te burgeren. Op grond van een uitgebreide evaluatie blijkt dat dit niet tot voldoende resultaat heeft geleid. Er is een doolhof aan taalaanbieders, en de taalverwerving gaat langzaam. Het idee is nu om de regie van nieuwkomers (vluchtelingen) terug te brengen naar de gemeente: gemeenten ontvangen dan het budget om inburgering in te kopen. Zo kan de gemeente ook monitoren. Daarnaast is extra aandacht voor de combinatie van taal en opleiding /werk.

Hoge taaleisen

In het nieuwe inburgeringsstelsel worden hogere taaleisen gesteld aan inburgeraars. Momenteel is het vereiste niveau A2. Dat wordt B1 omdat dit de kans op een baan vergroot. Niet alle nieuwkomers zullen dit niveau kunnen halen, maar daarom wordt er een leerniveau en leerroute vastgelegd. Ook voor nieuwkomers die een minder hoog taalniveau halen, is alles erop gericht dat ze zo snel mogelijk zelfredzaam worden. Werk is daarbij het sleutelwoord. De gemeente Ermelo wil taal en werk combineren. Er is al een start gemaakt met voltijds inburgeren, waarbij statushouders in de ochtend de taal leren en in de middag  werken. De resultaten daarvan zijn goed. Dit wordt in september uitgebreid. Na de zomer wordt extra ingezet op werk via het participatiehuis/ intervens. Volgens persvoorlichter Moniek Winters is het plan dat Meerinzicht, de gemeentelijke uitvoeringsorganisatie voor werk, inkomen en zorg, dit gaat organiseren. De Haan: ,,We zien de noodzaak van het borgen van de kwaliteit van de inburgeringscursussen. Deze nieuwe opzet maakt die borging weer mogelijk. Een goede zet van ons kabinet dus.”